Recensie: Goldzounds – Come home, home my little bird

goldzounds come home o‘Pap, zijn dit de Cold War Kids?’ Deze vraag stelde mijn 14-jarige dochter toen ik tijdens het koken het nieuwe album van Goldzounds draaide en zij de tafel dekte. Haar vraag kon verschillende dingen betekenen:
a) Met de muzikale opvoeding in Huize Van den Berg zit het wel snor
b) De stem van Goldzounds-zanger Jan Luitjes heeft inderdaad regelmatig wat weg van die van Nathan Willett, zanger van Cold War Kids
c) Een verwijzing naar Cold War Kids lijkt mij in het geval van Goldzounds helemaal niet verkeerd staan op de CV. Met Dear Miss Lonelyhearts bracht Cold War Kids n.l. wel één van de betere albums van 2013 uit (naar mijn bescheiden mening)

Hoe dan ook: Come home, home my little bird is het tweede album van Goldzounds. Hun debuutalbum Hand it over to Grant, Modern Talking was his favourite Band (2011) kon mij toentertijd al zeer bekoren. Ik schreef toen: ‘Goldzounds heeft met dit album bewezen een volwaardige plaats in te kunnen nemen in de Nederlandse indierock.’ Deze positie weten ze met hun nieuwe album moeiteloos te consolideren. Sterker nog: Come home, home my little bird is nog beter, gevarieerder en gelaagder dan hun eerste worp. Het trio Jan Luitjes (zang, gitaar, samples), Ben Westervoorde (bas, zang) en Maarten Dorenbos (drums, zang, piano) hebben een bijzonder puik album afgeleverd, waarvan de afzonderlijke songs zo goed zijn, dat ik ze hier afzonderlijk bespreek:

– Openingsnummer Saturday or a parallax view kent een fraai ‘spookachtig’ intro. Het tempo is traag en er wordt geen noot teveel gespeeld. Goldzounds noemt op z’n website Low als een favoriete band. Dat is hier zeker te merken. Luitjes is trouwens ook iemand die durft te zingen: het is allemaal niet zo tussen de lijntjes, maar wel bijzonder karakteristiek. De pedalsteel gitaar van gastmuzikant Rob van Duuren geeft het nummer een fijne americana-twist.

– Ook Hatchkback #1 kent een traag tempo. De tremolo uit Luitjes’ gitaar is fraai en halverwege gaat het tempo omhoog en bloeit de song op mooie wijze open. De stem van gastvocalist Natascha Willems draagt daar zeker ook aan bij. Aan het eind wordt er teruggeschakeld, zodat de cirkel rond is.

goldzounds come home lp– Een bijzonder fraaie opbouw kent Daimon. Ook de melodie van het liedje is erg mooi. Het deed me ook denken aan Alamo Race Track, ook zo’n fijn Nederlands indiebandje. Maar goed, de tekst van Daimon is ook intrigerend. Het is een soort surrealistische mix van Griekse mythologie en de moderne tijd:

Daimon likes to be on it’s own/ the fickle nature of faith unknown/to each his own his wishbone said/while the Pixies were playing in his head/Daimon just likes his coffee cold/dreams have no titles he used to unfold/Daimon’s moves are about to stay/so he rated his room a triple-A/but will you keep it/as a secret/cause there used to be/ the need for a we/Daimon likes to be on it’s own/endless summer’s he used to known/ great expectations yellow streetlights/ he watched them all from inside/but Jason saw it all begun

De trompet van Mark Nieuwenhuis geeft het liedje een mooi einde: een mengeling van melancholie en vrolijkheid. Daimon vind ik echt een topnummer (met trouwens ook een fascinerende clip). In een rechtvaardige wereld zou dit een hit worden…

– Groundhog Day is gebaseerd op de gelijknamige film uit 1993 met Bill Murray in de hoofdrol. In deze film gaat een chagrijnige weerman een reportage maken in een klein plaatsje, maar hij blijkt elke morgen op dezelfde dag opnieuw wakker te worden. In het liedje luidt dan ook de laatste regel On and on and on ad infinitem, die eindeloos herhaald wordt. Muzikaal is het zeer sfeervol – die gitaar, die mondharmonica! – en aan het eind is daar opeens, werkelijk uit het niets, een fanfarekorps. Ja, humor heeft Goldzounds zeker!

– Ook The poles are Always in flux heeft een mooi intro – sowieso is dat een sterke kant van Goldzounds: een nummer op intrigerende wijze inzetten. Hier klinkt men in het begin als een postrockband, waarna er juist een postpunk-achtige gitaarriff wordt ingezet: verzin het maar! Het liedje lijkt te gaan over het mysterie van de beide polen van de aarde en hun magnetisme. Kom er maar op!

– Het volgende korte nummer sluit hier qua titel natuurlijk bij aan: Northpole. De combinatie van een gevoelige gitaardrone met een blokfluit, zeer eenvoudige drums en samenzang is een stuk minder voor de hand liggend, maar wel boeiend…

goldzounds bandNew Leipzig Vision is wederom prachtig opgebouwd. Het begin doet sterk denken aan het begin van Grandaddy’s So You’ll aim toward the sky, terwijl het liedje daarna tendeert naar een song, die zo op Mellon Collie and the Infinite Sadness van The Smashing Pumpkins zou kunnen staan. Al met al is het een voorbeeld van een ‘perfecte popsong met weerhaakjes’ zullen we maar zeggen. Inhoudelijk lijkt het liedje te gaan over de schilders van The New Leipzig School, die een combinatie van abstracte en figuratieve kunst voorstonden. Maar misschien heb ik het wel helemaal mis. Dat is ook het leuke van die teksten van Goldzounds: er valt genoeg te gissen! In ieder geval klinkt de trompet van Nieuwenhuis aan het eind behoorlijk artistiek; hij zou zo afkomstig kunnen zijn uit het Willem Breuker Kollektief.

– Na dit complexe nr. volgt het ongecompliceerde #5. De band zelf vermeldt in de liner notes het liedje in één take te hebben opgenomen. Zo klinkt het ook: spontaan en rauw. Het is ook het hardste nummer van het album. Het rockt als een tierelier in de lijn van Sonic Youth en Guided by Voices. Tekstueel lijkt het ook vooral geïmproviseerd te zijn. Korte zinnetjes, bijna allemaal uit drie woorden bestaand, volgen elkaar in rap tempo op.

– Hierna wordt er weer om- en vooral teruggeschakeld: The Missing is een traag en uitgesponnen nummer, dat allesbehalve saai is. De metafoor van de rivier wordt op beeldende en muzikale wijze uitgewerkt. In bepaalde frases is de gelijkenis van Luitjes’ stem met die van Nathan Willett van Cold War Kids bijna eng. De gitaarerupties tenderen dan juist weer naar noise. Het bezorgde mij kippenvel.

Saturday is een korte instrumental, waar de piano de hoofdrol krijgt. Men nam het ergens thuis op. Dat hoor je, zonder dat het storend is.

– Het fraai openbloeiende slotnummer Emerald cave heeft een korte tekst: just go back/way back/just let start at the end/ again. Maar die tekst past helemaal bij mijn gevoel én handeling: ik zet de plaat graag zo snel mogelijk weer op! De duidelijk hoorbare vogelgeluiden hier zijn natuurlijk meer dan een leuke voetnoot bij de albumtitel…

Goldzounds vind ik een echte postmoderne band. Men beheerst namelijk de kunst van het eclecticisme – uit allerlei verschillende genres en stijlen wordt geput: rock, noise, lo-fi, americana, avant-garde, postrock, slowcore, enz. – maar toch bewaart men eigenheid en eenheid.

Als Cold War Kids in ons land komt optreden, weet ik wel een goede openingsact… Sterker nog: Goldzounds zou wat mij betreft gerust mee kunnen op Europese tour, want die potentie hebben ze!

6 gedachtes over “Recensie: Goldzounds – Come home, home my little bird

    • Graag gedaan. Ze verdienen het ook gewoon! En JW mag hier ook de credits ontvangen, want hij bracht me ooit op het spoor van deze band…

  1. Als ik je bespreking lees, denk ik: dit zou toch boeiender moeten klinken dan Cold War Kids. :p Ik ben benieuwd.

  2. mooi verhaal, moet wel een beetje wennen aan de stem, ik zou dit waarschijnlijk niet veel draaien, maar dat is een kwestie van smaak

Reacties zijn gesloten.