Recensie: Goldzounds Hand it over to Grant, Modern Talking was his favourite Band

Bijzondere bandnamen kunnen mij bekoren. Bands als The Baptist Generals, Casiotone For the Painfully Alone en Einstürzende Neubauten trokken al vanwege hun naam mijn aandacht. Hetzelfde geldt voor aandachttrekkende albumtitels als Come on, die young (Mogwai), Cut me down & Count my Rings (Half-Handed Cloud), Hoofdkaas (De Kift), The People who grinned themselves to death (The Housemartins) en Sex, Death, Cassette (Rafter) (mmm, ik merk hier wel een lichte obsessie met de dood, maar dit terzijde). In dit rijtje past ook de Amsterdamse band Goldzounds.

Op Senzor Radio van Jan Willem Broek hoorde ik een track van hun, in eigen beheer uitgegeven, album voorbij komen. Via de chat geeft Jan Willem ook altijd de gegevens door en mijn oog viel direct op de intrigerende albumtitel: Hand it over to Grant, Modern Talking was his favourite Band. Modern Talking, dat was toch die überfoute band uit de midjaren ’80? Die Duitse Italo-dance groep, die elke keer hetzelfde trucje toepaste: het refrein twee keer achter elkaar zingen: eerst op gewone hoogte en vervolgens met kopstem? Hoe kan zoiets je favorite band zijn? Kortom: mijn aandacht was getrokken. Temeer, omdat de muziek van Goldzounds heel weinig met Duitse Italo-dance te maken heeft… Maar daarover straks meer. Eerst nog even die Grant uit de albumtitel. Wie dat is, mag Joost weten. Ik heb er nader onderzoek naar gedaan, maar ben niet verder gekomen dan dat hij kort genoemd wordt in het nummer Hokkeling. Zjn identiteit blijft echter in het ongewisse.
Dat is tekenend voor de aanpak van Goldzounds. Ook in tekstueel opzicht. Neem Stranger when you sleep, één van de hoogtepunten van het album. Het gaat niet alleen over de vreemde dingen die je meemaakt in je slaap, maar ten diepste over de uiteindelijke onkenbaarheid van de ander. Hoe goed je iemand ook kent, er blijft een gebied bij de ander, dat je nooit zult kennen. In de clip is dat mooi verwerkt middels telkens korte frasen zonder beeld. Dat zwart staat m.i. symbool voor die onkenbare gebieden. Eigenlijk is het een heel mystiek nummer.
Andere tekstuele thema’s zijn de onmacht om tot een tekst te komen (in Sommerloch – oftewel komkommertijd) en de gebruiksaanwijzing voor een zgn. air pressure experiment (in Pocket Science Lab). Geen alledaagse onderwerpen dus. Het mooiste onderwerp komt in Please Protect Us aan de orde. Dat handelt over een actrice, Elmore Vella, die aan een zgn. ‘fallen eye’ leed. Overal waar zij op de set kwam, vielen lampen, rekwisieten en wat al niet meer, naar beneden. Uiteindelijk stortte zij in de Peruaanse jungle met een vliegtuig neer, maar zij wist dit op wonderbaarlijke wijze te overleven. Een bizar verhaal.
Genoeg over de inhoud, snel naar de vorm. Het album begint heerlijk met het gejaagde Sommerloch. Het is een catchy nummer in de postpunk-stijl. In Thirsty blijft dit tempo gehandhaafd. We horen hier ook wat keyboards en samples. In het ook genoemde Stranger when you sleep gaat het tempo naar beneden. Geheel in de lijn van de thematiek is de muziek dromeriger. Dit effect bereikt z’n hoogtepunt door het gebruik van een pedal steel. Zo’n instrument zou je na de eerste twee nummers (en ook het vervolg van het album) niet direct verwachten, maar het pakt hier prachtig uit. Zeker als die pedal steel een ‘duet aangaat’ met een kunstfluiter. Zeer mooi gedaan. Vervolgens gaat het gas er weer op en worden de nummers weer sneller en ruiger. Opvallend daarbij zijn de stuwende bas en de (soms vervormde) electronica.
Op twee/derde van het album zakt het allemaal een beetje in. Het korte en instrumentale slotnummer Sleep is nog wel bijzonder fraai: de pedal steel komt terug en speelt het thema uit Stranger when you sleep nog een keer. Op de achtergrond hoor je een hond instemmend blaffen. En ik geef hem gelijk…
De band geeft in z’n persbericht zelf een aantal referenties om hun klankkleur te omschrijven: ‘Stel u een combinatie van pak ‘m beet de uitgebeende maar onderhuids geladen song van Low of Sparklehorse met het grillige en melodieuze van Pavement en Guided by Voices.’ Nu hoor ik die laatste twee bands er zeker in terug, juist in dat onvoorspelbare en tegendraadse karakter van de songs. Low en Sparklehorse hoor ik veel minder, ook niet in uitgebeende versie. Daar is het tempo vaak te hoog voor en de zang te stevig aangezet. Zanger Jan Luitjes doet mij regelmatig ook denken aan Ian Curtis van Joy Division en Paul Banks van Interpol, maar nog het meest aan Tom Smith van Editors. Toch vind ik de stem van Luitjes mooier (jawel!), omdat zijn stem beweeglijker is en minder monotoon. Luitjes durft te zingen. Daardoor schiet hij wel eens uit de bocht, maar dat past prima bij het grillige karakter van de liedjes.
Zelf moest ik bij het beluisteren ook denken aan Nederlandse bands als LPG en (de vroege) Alamo Race Track. Genoeg namedropping nu. Goldzounds heeft met dit album bewezen een volwaardige plaats in te kunnen nemen in de Nederlandse indierock. Sterker nog: ze komen bij mij met stip binnen in de top 10. Modern Talking zou in die zin trots op ze kunnen zijn!

13 gedachtes over “Recensie: Goldzounds Hand it over to Grant, Modern Talking was his favourite Band

  1. ik had hetzelfde toen ik JW wat spul van deze band hoorde draaien: goede muziek. helaas kan ik niet alles kopen/bestellen en ik was al helemaal lyrisch van The Drift, dus daar houdt ik het nu even bij. Maar mocht ik deze cd ooit nog eens voor een leuke prijs tegenkomen, zal ik hem zeker niet laten liggen.

      • ongelofelijk toeval: ik kwam de cd vandaag voor 5,- tegen in de 2ehands bak bij Plato Deventer. natuurlijk meteen meegenomen!

      • Da’s een koopje, Peter. Van harte gegund!
        Maar mij rest nog wel de vraag: Welke nozem doet deze pracht-cd weer zo snel van de hand?!

      • zal wel iemand zijn die naar zijn/haar verwerpelijke mening een miskoop heeft gedaan, of wellicht een of andere recensent die niet alles wil bewaren wat ie toegestuurd krijgt…

      • Nou, doe me dan maar de tweede optie, alhoewel ik zo’n plaat altijd zou bewaren. Maar dat was al duidelijk denk ik…

  2. mmm, weet niet helemaal of dit mij aanspreekt. Geloof het niet. Muziek van het eerste filmpje is wel mooi, maar ik knap af op het accent van de zanger. Heb ik bijvoorbeeld ook bij een leuke cd van Janove Ottesen waar ik me, ondanks de leuke liedjes, toch steeds irriteer aan het engels.

    • Eerlijk gezegd was me dat accent niet opgevallen, maar dat komt omdat mijn Engels ook niet accentloos is :-). Je merkt dat trouwens wel bij meer Nederlandse bands, zoals ook at the close of every day. Zolang de muziek goed is – en dat is zij bij Goldzounds – hoor je mij niet klagen. Dat jij ”Stranger when you sleep’ (van het clipje) mooi vindt, verbaast mij dan ook niet. Het is het enige nummer met een soort Americana invloeden. De rest is toch echt meer indierock van het licht vervreemdende soort, maar zoals ik bij JW hieronder leest, was dat bij hun andere bandje nog sterker. Gaan we ook nog even checken.

    • Dank JW! Die andere band gaan we ook nog even checken. Bestaat die nog of is deze nu ten grave gedragen? Jouw recensie van Goldzounds mocht er trouwens ook wezen (en een stuk eerder dan ik, slak als ik kan zijn)…

      • Nee die andere band bestaat ook nog, maar brengt sporadisch wat uit.

        Slak? Ach, het is geen nieuwe Coldplay ofzo, waarbij je maanden na dato echt niet meer met een recensie aan kan komen kakken. Ik denk dat hier iedere recensie – zeker zulke – meer dan welkom zijn.

  3. Ha, wie schrijft die recensie over de nieuwe Koudspel?? Ik heb geen promo en ben zeker niet van plan om mijn zuurverdiende geld er aan uit te geven.

  4. Pingback: Recensie: Goldzounds – Come home, home my little bird | mousique.nl

Reacties zijn gesloten.