Elbow was aan het begin van dit millennium samen met bv I Am Kloot een van mijn favoriete indiebandjes. De sprankelende, intieme, filosofisch getinte liedjes op Asleep In The Back en Cast Of Thousands, ik heb ze grijs gedraaid. Niemand kende de band toen nog, althans: bijna niemand. Ze kwamen een beetje op in de schaduw van de britpop revival. Na het derde album Leaders Of The Free World (dat toch al goud werd in de UK) kwam het grote succes met The Seldom Seen Kid; dit briljante album werd later nog eens integraal opnieuw opgenomen met het BBC Concert Orchestra. De naam van Elbow was definitief gevestigd, en bandleider Guy Garvey werd tevens een gevraagd producer, o.a. voor I Am Kloot en Editors. Het vijfde album, Build A Rocket Boys! werd door critici enthousiast ontvangen, maar was commercieel beduidend minder succesvol dan TSSK. Ik vond BARB! ook een prettig album, maar het spannende was er inmiddels wel af. Met de zesde langspeler The Take Off And Landing Of Everything (zijn lange albumtitels weer terug van weggeweest?) bevestigd Elbow moeiteloos haar reputatie: ze zijn nog steeds een volstrekt unieke band die opnieuw prachtige liedjes maken met briljante composities. Dit steekt met kop en schouders uit boven de regerende middelmatigheid, absoluut, en toch: naar Elbow standaard is het een gemiddeld album, niet beter dan BARB! en zeker niet zo indrukwekkend als TSSK.
This World Blue opent het album op zeer subtiele wijze met een lang en traag opgebouwd nummer; voor Elbow liefhebbers geen probleem, maar wel een moeilijke opener die om aandacht vraagt. Charge knalt er dan lekker in met de gitaar strumming en volle drums. Het eerste liedje wat ik echt briljant vind is Fly Boy Blue/Lunette, waarbij Guy door een stemvervormer zingt; het liedje heeft een klassieke Elbow-feel, het gitaarwerk zorgt voor de nodige pit. De orchestratie is groots, tot het nummer halverwege terugzakt naar bijna niets, waarna opnieuw een ritmische gitaar wordt ingezet en de opbouw opnieuw begint. Een bijzonder mooi tweeluik. Daarna het eveneens prachtige New York Morning, de eerste officiële single die op 27 januari uitkwam, een lofzang op New York.
Het album bevat nog een paar mooie liedjes (afsluiter The Blanket Of Night bijvoorbeeld of het korte en eenvoudige Colour Fields), maar wat mij betreft geen echte uitschieters meer. Al met al is TTOALOE een zeer genietbaar album, met een fijne sfeer en een aantal prachtige Elbow-klassiekers-in-wording. Er van ondersteboven? Nee, dat niet.
release: 10-03-2014 (Fiction)
Elbow: klasse band. Ben benieuwd naar dit nieuwe album!
Daniel, heb je Robert Ellis’ The Lights From The Chemical Plant al gehoord? Ik vermoed dat je per kerende post overstag zal gaan…
Echter. Wat te doen als de kerende post niet aankomt? De stilte hier is oorverdovend. Verbreken dan maar met de uitstekende nieuwe single van The War on Drugs (de band waar Kurt Vile ooit deel van uitmaakte)?!
Of een vingerwijzing (een kleine wolk, als eens mans hand) naar het fantastische Blank Project van Neneh Cherry?!
Papercup regrets will not stick
Better change.
I love you.
I hate you.
Of toch voornoemde Robert Ellis maar eens aan de stem te laten?!
Tja, de stilte is inderdaad oorverdovend, Wim, het lijkt wel vastentijd 😉
maar die Robert Ellis klinkt echt geweldig moet ik zeggen en het zou me voorwaar niet verbazen als dhr. Wolf hier momenteel offline ook van aan het genieten is…
Ik deel het vermoeden inzake dhr. Wolf. Nog wat anders. Gisteren arriveerde de dubbelelpee (wit vinyl) van Anthony Josephs geweldige Time. Hier de videoclip van Tamarind.
Nou, de post is aangekomen hoor! En Ellis had ik nog niet ontdekt, dus bedankt voor de tip! Klinkt idd erg fijn. Ook de andere plaatjes trouwens. Aan mevrouw Cherry´s nieuwste moet ik nog wel ff wennen…
Leuk om te lezen, Peter, en ik deel je oordeel ook. Als ik deze plaat met twee woorden zou moeten beoordelen, zou ik zeggen: gewoon goed. Maar wat voor Elbow gewoon is, is voor andere bands al gauw buitengewoon. Ik ben dan ook zeer te spreken over deze The Take Off and Landing of Everything. Wat een titel inderdaad, schijnt dat het album eerst Carry Her, Carry Me genoemd zou worden. Die vind ik veel mooier.
In vergelijking met BARB! vind ik TTOALOE overigens een stuk consistenter. Eerste heeft misschien meer hoogtepunten, maar zakt op drieluik The Night Will Always Win – High Ideals – The River door het ijs van het Elbow-niveau heen. Dat vind ik dan ook de minste worp van onze vrienden uit Manchester.
Hier vind ik Honey Sun (met dat irritante intro van studiogeluiden) en Colour Fields de mindere goden, maar matig wordt het nooit. Fly Boy Blue/Lunette is natuurlijk het absolute prijsnummer. Zolang ze dat soort nummers blijven maken, blijf ik aanhaken. Erg fijn ook hoe ze de tijd nemen om liedjes op te bouwen, de muziek in alle rust ontvouwen en weer gas terug nemen richting het eind. Vooral op het eind van New York Morning doen ze dat – ook tekstueel – heel mooi:
The way the day begins
Decides the shade of everything
But the way it ends depends on if you’re home
For every soul a pillow and a window please
In the modern Rome where folk are nice to Yoko