Peter
St. Vincent: st. Vincent
24-02-2014 (Republic/Loma Vista)
Alleen die cover al: Annie Clark aka St. Vincent zit daar op een troon als een pop-godin, het ontbreekt haar voorwaar niet aan zelfvertrouwen. En terecht: het album hakt erin zoals vroeger een album van Björk erin kon hakken. En de getalenteerde multi-instrumentaliste doet daar ook niet voor onder. In 2012 werkte zij nog samen met David Byrne en nu dus weer een solo-album. Selftitled, en dat betekent meestal: ik heb mezelf opnieuw uitgevonden, of: ik sla vanaf nu een heel andere weg in. Die andere weg betekent niet dat ze haar indie-veren heeft afgeschud. Wel zal ze, met een toegankelijker geluid en de overstap naar een groter label, een groter publiek gaan bereiken. Ik vind het knap: deze vrouw is zo’n zeldzaam uniek talent dat met een geheel eigenzinnige aanpak steeds weer nieuwe verrassende wegen weet te bewandelen. Ondertussen is ze steeds weer in staat dat te gieten in een vorm dat het schijnbaar achteloos toegankelijke popliedjes worden. De link met Talking Heads is wat dat betreft niet zo gek: Byrne en de zijnen hadden ook altijd die bijzondere combinatie van toegankelijke popliedjes met complexe onderliggende structuren.
Al met al ben ik zeker van dat dit nieuwe album van St. Vincent overal de hemel in geprezen zal worden. En terecht ook: grote kanshebber voor de jaarlijstjes!
Lost In The Trees: past life
18-02-2014 (Anti)
In 2012 kreeg het voorgaande album van Lost In The Trees aandacht op mousique, en kwam ook in onze jaarlijstjes terug. Nu zijn ze terug met Past Life, een heerlijk melancholisch en minder bombastisch album dat mij eigenlijk meer grijpt dan de voorganger (wat toch een beetje standaard emo-pop was).
De werkwijze van bandeleider Ari Picker is op dit album radicaal anders dan voorheen: in plaats van het op haast klassieke wijze tot in detail uitwerken van de nummers en die dan in korte tijd opnemen met een 6-koppige band, is er nu gekozen om met drie mannen en een vrouw al spelend de nummers te gaan ontwikkelen. Het resultaat is een levendig spontaan album dat grooved als een gek en zodoende een onweerstaanbaar meeslepend karakter krijgt. De emo invloeden zijn er nog, maar het neigt af en toe meer naar dreampop (bij de rustige gedeeltes) en electro-rock (bij de meer groovende gedeeltes). Had ik voorheen vooral respect voor Lost In The Trees, met dit album weet de band me te raken. Heerlijk album!
Death Vessel: island intervals
24-02-2014 (Sub Pop/Konkurrent)
Voor liefhebbers van Sigur Ros en Jonsi is dit een absolute aanrader. Deze muziek lijkt zo uit IJsland te komen, en dat is feitelijk ook zo, want Joel Thibodeau (de man achter het alias) heeft het album daar opgenomen, samen met Jonsi van Sigur Ros en diens partner Alex Somers. Maar Thibodeau is een Amerikaan uit Rhode Island; hij was eerder wel op tour met Jonsi, waarbij de twee bevriend zijn geraakt. De muziek op Island Intervals draagt duidelijk het stempel van Jonsi, en hij zingt zelfs mee op Ilsa Drown, een van de mooiste liedjes op het album. Thibodeau doet niet onder voor Jonsi als het gaat om tot vocaal ijle hoogten te kunnen stijgen. Verwacht geen wereldschokkende nieuwe dingen van deze plaat, wel heerlijke zwijmelmuziek van de bovenste plank.
Helmut: polymono
14-02-2014 (Haldern/DGR)
Er is iets met dat Helmut. Eigenlijk doet Adrian Schull, de man achter het alias, niet zoveel bijzonders; je zou kunnen zeggen dat het een opeenstapeling is van cliché’s: puntige indiepop liedjes met repeterende makkelijk in het gehoorliggende melodietjes, loops, een edgy gitaartje en wat invloeden uit alle windstreken: van gypsy via bossanova tot krautrock en wereldmuziek. Duidelijke verwijzingen naar The Notwist, Postal Service en Radiohead. En alles met die vette popsaus, het is bijna een hedendaagse Roxette. Zou je kunnen zeggen. Maar hoe lekker is het eigenlijk en wat doet hij dat goed! Ik wil niet veel zeggen, maar het zou zomaar kunnen dat we de aankomende zomer Helmut op alle festivals in Europa tegen gaan komen. Zo niet: gemiste kans voor de boekers…
Angel Olsen: burn your life for no witness
18-02-2014 (Jagjaguwar/Konkurrent)
Angel Olsen groeide op in St. Louis en haar `midwestern roots’ zijn nog steeds terug te horen in haar muziek, al is het absoluut geen americana. Olsen levert met haar tweede studioalbum een stevig, volwassen en aanstekelijk album af, waar de energie vanaf spat; een album met veel lekkere uptempo songs met een scherp randje en rustiger meer bezinnende songs. Olsen is daarnaast een serieuze songwriter, ze schrijft over pittige levenszaken als verdriet, alleen zijn, verandering. Niet dat het treurige liedjes zijn, integendeel: Olsen doet een oprecht appeal om keuzes te maken, afscheid te nemen van zaken in je leven die niet goed voor je zijn, een nieuw begin te maken. Hoopvol dus. Bijna therapeutisch. Laat me je een advies geven: zeg die psycholoog op, ruim energievretende zaken in je leven op, zet de luiken eens open, luister naar Angel Olsen, vind jezelf terug en begin opnieuw.
Kees
The New Mendicants: Into the Lime
28 januari 2014 (One Little Indian)
Via Jan Willem kreeg ik een promo in handen van dit bandje. De naam zei me helemaal niets, tot ik het plaatje opzette: hé, klonk daar niet de herkenbare stem van Joe Pernice?! (bekend van The Pernice Brothers en Scud Mountain Boys). Jazeker. Joe is een nieuw bandje begonnen, samen met Norman Blake (drummer van Teenage Fanclub, een fijn bandje uit de jaren ’90) en Mike Belitsky (drummer van The Pernice Brothers en The Sadies). The New Mendicants blinken zeker niet uit in vernieuwende muziek, maar wel in liedjes met een kop en een staart, die vaak mooie meerstemmige refreinen kennen. Powerpop en countryrock zijn de genres waarbinnen de liedjes vallen. Alleen het slotnummer Lifelike Hair is een vreemde eend in de bijt met z’n Doors-orgeltje en licht psychedelische drive die maar doordendert. A Very Sorry Christmas is trouwens het eerste heerlijke kerstliedje dat ik alvast reserveer voor mijn lijst in december… 😉
Big Ups: Eighteen Hours of Static
17 januari 2014 (Tough Love Records)
Muziek hoeft niet ingewikkeld te zijn om toch het hart te raken. Big Ups maakt rauwe punkrock, die stoelt op fijne riffs en emotionele schreeuw(zang). Eighteen Hours of Static is het debuut van deze band uit New York. De 11 nummers erop zijn vaak niet lang, maar dat hoeft ook niet met zulke heftige muziek. Het album duurt ook net zo’n half uur. Ik heb de muziek een keer gebruikt bij mijn fitness-oefeningen en ik kreeg er bijna vanzelf extra energie door. Dat zegt wel wat! Het riep bij mij referenties op aan Pissed Jeans, Listener en The Chariot, ook bands met veel energie en intensiteit.
Puin + Hoop: Er zit een gat in de soep
31 januari 2014 (Narrominded)
Je hebt van die bandnamen, die zijn bijna te mooi om waar te zijn. Neem Puin + Hoop. Deze naam dekt zo mooi de lading van de muziek die dit gezelschap (Roald van Dillewijn, Remco Verhoef and Erik Uittenbogaard) maakt. Het is muziek die allesbehalve harmonieus en gelikt is, muziek die uit brokstukken bestaat. Maar tegelijk stijgt daar toch altijd weer een soort hoopvolle melodie uit. Klinkt dit u te vaag in de horen, denk dan aan een mix van Machinefabriek en Godspeed You! Black Emperor. Aan de ene kant bestaat de muziek uit langgerekte drones, die als golven over je heen gaan, terwijl er op de onder- en achtergrond nog veel meer spannends gebeurt. Aan de andere kant hoor je ook mooie post-rock-gitaren, zonder dat het uitbarst in een geweldige climax. Om bij de titel van hun nieuwe album aan te haken: de soep kookt niet over. Er zit een gat in de soep bestaat uit drie langgerekte stukken die – hoe grappig! – genaamd zijn naar telkens een andere zinsnede van de titel. Met name het laatste stuk In de soep is één brok zinderende spanning, waarbij elektronische muziek, post-rock, krautrock en noise de ingrediënten zijn van een pittig soepje! Zoals veel vaker brengt het fijne label Narrominded deze release ook in een bijzondere vorm uit: een handbeschilderd metalen tegeltje. Via Bandcamp is het geheel ook te beluisteren.
Daan
Sun Kil Moon – Benji
11 februari 2014 (Caldo Verde)
Singer-songwriter Mark Kozelek is flink op dreef. Vorig jaar bracht hij twee platen uit: één met The Album Leaf – wat mij betreft één van de platen van het jaar – en één met de band Desertshore. Nu weer onder de naam Sun Kil Moon. Dit kun je het best vertalen met Mark Kozelek zelf. Na het wat kabbelende Among the Leaves valt vooral de rauwheid van deze nieuwe plaat op. Ook het feit dat hij zingt over de liefde van zijn moeder en het houden van zijn vader valt op. Maar zoet is het niet.
When I was young my father taught me not to gloat. If I came home too proud of myself I get wrestled to the floor and choked. But I forgive him for that. He was an eighth grade drop out and I was being a brat.
De heftige emoties maken dit album tot een wat zwaar geheel. De laatste twee nummers – waarvan Ben’s My Friend gaat over zijn vriend en zanger Ben Gibbard – zorgen dat het verteerbaar blijft. Kozelek bewijst zich weer als een geweldige verhalenverteller. Van zijn klagende stemgeluid moet je houden. Met Benji heeft hij wat mij betreft de indrukwekkendste release van 2014 tot nu toe afgeleverd.
Tomorrow We Sail – For Those Who Caught the Sun in Flight
10 februari 2014 (Gizeh)
Met het wondermooie album van Chantal Acda zette het label Gizeh zich voor mij op de kaart. Wederom ben ik onder de indruk van één van hun releases. Het gaat om het debuut van de band Tomorrow We Sail. Ze maken een prachtige combinatie van folk, neoklassiek en postrock. Een aanrader voor liefhebbers van Sigur Rós. Troostrijk en rustgevend, maar met een rauw randje.
Daan, ik ben ook danig onder de indruk van Mark Kozelek’s nieuwste worp. Ok, erg vernieuwend klinkt het allemaal niet meer, maar dat hoeft ook geenszins met zo’n verhalenverteller als hij. Wat een prachtige liedjes weer!
Dat Tomorrow We Sail is ook alleraardigst. mooie vondst.
Een lekkere doorgraaflijst weer eens heren!
St. Vincent zal ik wellicht pas over 10 jaar gaan snappen, maar het raakt me nu nog helemaal niet. Björk is voor mij juist later er meer in gaan hakken dan in het begin. Toen vond ik haar gewoon erg goed, maar later kwam de diepgang met meer complexe muziek.
Lost In The Trees zie ik ook zeer naar uit. Het lijkt inderdaad meer terug te grijpen op hun eerste twee albums, al is bovenstaande track juist wel bombastisch door de elektronica. Mooi nummer, daar niet van…..
Big Ups en Puin + Hoop, thumbs up uiteraard hier; ook positief bevonden in mijn Caleidoscoop.
En idem met Sun Kil Moon en Tomorrow We Sail (blij dat deze bevallen is Daan!). Mark Kozelek beschikt gewoon over een vertrouwde stijl en een prachtige stem; net als Reve een stijl had in de literatuur is het ook niet erg dat Kozelek herkenbaar blijft. En Gizeh records heeft heel heel veel moois voortgebracht, waarvan Acda nog maar het topje van de ijsberg is. De labeleigenaar zelf is ook terug te vinden in het hartverscheurende Glissando:
Jan Willem, jij nog bedankt, ook voor het mij laten ontdekken van Tomorrow We Sail via Facebook!
Ja, Glissando kreeg ik ooit ook van u: zeer schoon!
Grappig, van Big Ups (niet mijn kopje thee) en van The New Mendicants (behoorlijk prima!) heb ik ook promo’s liggen hier. Ooit op een Mousique-avond meegenomen. Blij dat ze nu alsnog aandacht krijgen. Die Lost in the Trees wordt beter en beter en krijgt zelfs een verslavende werking. Minder zwaarmoedig dan die vorige plaat. Prima, die afwisseling.
Van Puin+Hoop heb ik alles behalve deze nieuwe in de kast staan. Ik vind dat je deze laatste worp mooi beschreven hebt, Kees (dat doe je goed hoor, in zo’n korte alinea! :)).
Mooie lijst hoor, alles bij elkaar.
St. Vincent waardeer ik van het begin. Ik vind ze op deze plaat soms wel erg druk… Ik houd toch het meest van haar meer ingetogen en orkestrale kant.
Lost in the Trees is erg fraai, hoewel ik stiekem die strijkers wel mis.
Angels Olsen is mooi, ‘White Fire’ is zelfs onaards!
En ik vind die nieuwe plaat van Sun Kil Moon ook goed.
Ik durf, naar aanleiding van die laatste zin, in dit pantheon van bewieroking nauwelijks nog iets te zeggen. *wegslikt woorden zoals ‘zelfingenomen’, ‘misantroop’, ‘overmatige zelf-focus’ en ‘esoterisch geneuzel’*
Among The Leaves werd met gejuich ontvangen. Net als bij het middelmatige Cave-album van vorig jaar, klapt men in koor elkaar na. Er was voor zover ik weet maar één recensent die Among The Leaves aan durfde te pakken: This does not make it a bad album, but it was a bit of a disappointment. Lees het hele stuk hier: http://www.pastemagazine.com/articles/2012/05/sun-kil-moon-among-the-leaves.html
Ook in de recensie van Benji neemt Paste geen blad voor de mond: Kozelek’s lack of reservation here is something to be begrudgingly admired, as his willingness to make yet another album that is solely for himself and those obsessive fans who want all the gory details of his past. For the rest of the world, there’s not much here to make any real connection with. Het hele stuk: http://www.pastemagazine.com/articles/2014/02/sun-kil-moon-benji.html
Zo het zout is in de soep gestrooid. Nu maar hopen dat deze niet al te heet zal worden gegeten… 🙂
Laten we afsluiten met een positieve noot, namelijk de prachtige nieuwe track van The Afghan Whigs.
Mark Kozelek brengt altijd zelfingenomen geneuzel. Dat maakt hem ook bijzonder. Benji kent een aantal bloedmooie nummers en de rest is vertrouwd en niet per se vernieuwend. Maar dat maakt ons niet meteen klapvee dat de rest napraat. Ik vond de laatste Cave mooi, maar geen album dat in de mijn Cave top 10 zal verschijnen. Net zo min als de laatste Sun Kil Moon in mijn jaarlijst op zal duiken. Toch geniet er geen seconde minder van. En nummers als deze tillen het hele album naar dat bijzondere niveau dat alleen Kozelek kan:
Ach, wat is klapvee? Twee integrale recensies uit Paste overnemen en aandienen als tegengas zou ook een vorm van klapvee kunnen zijn… 😉
Maar goed, we hebben op de Mousique-avond Wims argumenten gehoord. Die begrijp ik dan ook wel weer een beetje, maar ik ben zelf überhaupt nooit een hele grote fan van Kozelek geweest, dus dan verwacht ik ook minder van hem. Er staan inderdaad genoeg mooie liedjes op Benji om er toch zeker van te genieten.
ik ga hier niet eens op in :p
Ook zeer fraai (en hier nog niet onder de aandacht gebracht): Rosanne Cash – The River & The Thread.
Zeker fraai. Ik luister graag naar het nummer World of Strange Design en eigenlijk de hele plaat. Even iets anders: is Samantha Crain al langs gekomen? Haar album Kid Face blijf ik draaien.
Erg mooi Stephan!
Bij mij zeer zeker wel: http://www.subjectivisten.nl/caleidoscoop/2014/01/samantha-crain-kid-face.html
Ook haar vorige albums zijn steengoed!
Ik moet Caleidoscoop beter in de gaten houden Jan Willem! Ik ben benieuwd wanneer je schrijft over de nieuwe Bohren & Der Club of Gore. En de nieuwe Petrels (Mima) is vast ook de moeite waard.
Vandaag Rosanne Cash besteld, Wim! (in de mooie luxe uitgave met drie extra liedjes… 🙂 )
Prachtige stem inderdaad, al vind ik de muziek een tikje belegen…dus het verbaast me wel enigszins dat je deze aar voren schuift. Sandra van Nieuwland van de VOH heeft ook een prachtige stem, maar die muziek wil je toch echt niet?
Wat is er mis met mooi belegen? Ik eet zulke kaas graag! 😛
@Kees. Goede bestelling. Dan krijg je er namelijk ook een liedje (uitgevoerd door RC) van Jesse Winchester bij. En die zijn over het algemeen niet mis! Al zal
@JW – met enige reden – spreken van ‘belegen’. Dat is vaak zo met country en folk, JW. Blues heeft er ook een handje van.Traditie loopt de progressie weleens voor de voeten. Maar in geval van Rosanne Cash gaat hem om uitstekende liedjes en dito uitvoeringen. Zo’n liedje als Etta’s Tune (over de vrouw van de bassist van The Tennessee Two die door Rosanne Cash zo’n beetje wordt beschouwd als haar tweede moeder), dat is echt wel wat. Alles onder het voorwendsel van smaak te berde gebracht, uiteraard. Sandra van Nieuwland ken ik niet (genoeg) om over haar muziek een oordeel te hebben.
Ik kan Rosanne Cash, Patty Griffin, Neko Case, Brandy Clark en Pistol Annies net zoveel waarderen als Carla Bozulich (Boy). Glimlach mee met de Annies en word stil van Jesse Winchester (het filmpje is niet best) en nog stiller van Ted Hawkins (wie kent hem nog?):
Hoe passend om na Rosanne Cash aandacht aan het bijtende Johnny Cash van Fred Eaglesmith te besteden. Afkomstig van 6 Volts, zijn laatste album.
Omdat ik zojuist de download van het Pledge-project van The Call (The Call featuring Robert Levon Been of B.R.M.C. – A Tribute To Michael Been) ontving, heftig ontroerd raakte omdat de zoon hier de vader representeert én omdat de band speelt als vanouds en ik op basis van deze emoties ‘Kozelekje’, al vraagt hij er zelf om, misschien wel te hard heb aangepakt, besluit ik deze korte reeks bijdragen met een oudje van The Call. Let The Day Begin.
Here’s to the babies in a brand new world
Here’s to the beauty of the stars
Here’s to the travellers on the open road
Here’s to the dreamers in the bars
Here’s to the teachers in the crowded rooms
Here’s to the workers in the fields
Here’s to the preachers of the sacred words
Here’s to the drivers at the wheel
Here’s to you my little love
Let the day begin
Here’s to you my little love with blessings from above
Let the day begin
Nou, ik vergeef het je hoor (en die ‘Kozelek-rage’ diende zich al aan op de Mousique-avond), zeker met dit liedje van The Call als bonus… 😉
Kees, ik luister nu zowat het hele weekend naar The Call featuring Robert Levon Been of B.R.M.C. – A Tribute To Michael Been. Het is een geweldig album geworden. Alle klassiekers van The Call komen langs. De uitvoering van Into The Woods, heel mooi! Prachtig opgenomen en geweldig gespeeld. Heb je hier http://www.pledgemusic.com/projects/thecall al eens gekeken? Nu kan het nog…
Pingback: NM065: puin + hoop – er zit een gat in de soep | narrominded