Het komt niet vaak voor dat bij een rockconcert de toeschouwers staan, terwijl de band juist zit. Andersom gebeurt het vaak genoeg, bij theatertournees en singer-songwriterconcerten, waar het publiek zit en de popartiesten juist staan. En bij klassieke concerten zitten zowel het publiek als het orkest.
Bij concerten van het Gentse Madensuyu is er die zeldzame situatie dat het publiek staat en de band zit. Zo ook in de knusse zaal van Rotown.
Nu leek het wel als een klassiek concert te beginnen, toen de jongenssopraan van Tijl Geerst klonk. Op het album Stabat Mater mag hij een niet geringe bijrol vervullen, maar wij zagen hem niet in levende lijve. De arbeidsinspectie staat het eenvoudigweg niet toe dat een tiener in de kleine uurtjes op een podium staat. Tijl klonk daarom uit een doosje… Het gaf een vervreemdend effect: een podium dat volgestouwd was met een drumstel, diverse gitaren, een mini-Moog, bas- en allerlei effectpedalen; en vervolgens zo’n ijle jongensstem, die de sacrale sfeer van een kerk opriep. Maar dat is precies wat Madensuyu op het laatste album Stabat Mater met elkaar verbindt: klassieke religieuze muziek en heftige rock. Waarbij de thematiek van lijden, dood, verdriet, gemis en het moederschap de rode draad vormt.
Na het intro met die jongenssopraan trok de band van leer met het fel rockende en instrumentale Dolorosa, één van de prijsnummers van Stabat Mater. Dat laatste album werd bijna in z’n geheel gespeeld, weliswaar in een andere volgorde dan op de plaat. Dit album stond op nr. 1 in mijn jaarlijst van 2013 en ik was erg benieuwd hoe dit live zou klinken. Meer dan prima, kan ik u zeggen.
Vooral in de tweede helft van het concert werd het steeds intenser. Zanger/gitarist Stijn Ylode De Gezelle schudde woest met zijn krullenbos en zong verbeten z’n prachtige (en vaak lang aangehouden) zanglijnen, terwijl hij tegelijkertijd z’n gitaar ranselde of streelde, de baspedalen bediende of even de mini-Moog bespeelde. Pieterjan PJ Vervondel sloeg de drumvellen bijna door – zo hard en strak drumde hij -waarbij hij ook menigmaal allerlei tegendraadse ritmes verkoos. Hij zocht keer op keer oogcontact met zijn compagnon, die juist recht voor zich bleef uitkijken – een fascinerend schouwspel. Vervondel bleek ook nog eens goed te kunnen zingen (en u weet het: ik heb een zwak voor zingende drummers).
Maar waar waren we? Bij die tweede helft van het concert. Mute Song deed werkelijk naar adem happen: zo opzwepend en ziedend als het klonk. Crucem kreeg een valse start – de beide heren zijn immers ook mensen en geen robots – waarna het opnieuw werd ingezet en de beide mannen zich revancheerden met een gruwelijk mooie uitvoering. De schreeuwzang van De Gezelle was hier zo intens, dat ik op een gegeven moment stukjes longvlies meende rond te zien vliegen.
Er werd even gas teruggenomen met de korte instrumental Triple Dot, die zich kenmerkte door drones en wat uitroepen. Maar daarna trok de band van leer met de eerste single Give, dat stond als een huis. Vervolgens was het de beurt aan het prijsnummer van Stabat Mater: Days & a day, dat een eerbetoon is aan de muzikale spanningsboog. Het begin klonk als een hymne. Ik sloot mijn ogen en leek op te stijgen naar de derde hemel. Totdat ik met een klap neerkwam, toen beide heren hun gitaar respectievelijk drums lieten exploderen, alsof Van Speijk opnieuw de brandende lont in het kruitvat had gemikt (met excuses aan alle Belgen voor deze metafoor). Golf na golf werd over ons heengestort. Het deed pijn aan de oren, aan de maag, aan alles; maar tegelijk was het een heilige bak herrie, zoals mede-Mousiquant Peter Tuin dat zo fraai uitdrukte (i.t.t. mij had hij wél oordopjes in; dat dan weer wel).
Gelukkig was er daarna de balsem van Haul in/High tide, dat prachtige slotliedje van het album. De laatste noot had nog niet geklonken of Vervondel riep dat het voorbij was. Ze stonden op en vielen elkaar in de armen. Nu heb ik niets tegen zulke amicaliteit op het podium; sterker nog: het had iets ontroerends, maar mijn horloge wees uit dat de beste heren nog maar drie kwartier gespeeld hadden. Dat vond de meer dan licht aangeschoten buurman ook niet leuk en hij riep: ‘Speluh!’ Gelukkig werd mijn gêne hierover overstemd door de vele anderen die hard klapten, joelden en floten om een toegift. De band liet zich al snel overhalen en keerde terug op het podium, alwaar zij ons verrasten met nog drie nummers van het vorige album D is Done (2008), niet de minste nummers trouwens. Hier klonken ook nog flarden punk, krautrock en noise in door. Maar toen vonden ze het welletjes. En het publiek ook, want van zulke intense en zinderende muziek kun je ook weer niet oneindig veel hebben.
Voor me stond een viertal Belgen. Ze kwamen niet uit Gent, maar wel uit Kortrijk (vlakbij de Franse grens!). Ik zei hun dat ze trots mochten zijn op zo’n band uit hun vaderland. Als antwoord kreeg ik vier brede glimlachen en bijna werd ook ik door hen omhelsd…
(de foto’s zijn van Peter Tuin en Job van den Berg)
dat is weer een fenomenaal verslag van een onvergetelijk concert. ik denk niet dat dit ooit mijn favoriete band gaat worden, toch ben ik blij met de kennismaking en ik was zeer onder de indruk van wat deze twee heren met elkaar hebben neergezet.
je vergeet nog de intro te noemen voor de heren het podium op kwamen. volgens mij was het Rammstein, iemand die dat kan bevestigen?
Dank Peter. Ik dacht ook aan Rammstein, maar ik wist het niet zeker en ik ben het vergeten te vragen aan de geluidstechnicus die wel zo aardig was mij de setlist mee te geven….
aha, vandaar dat je nog zo goed wist welke nummers ze wanneer speelden; voor mij leek het allemaal nogal op elkaar 😉
Ach, als je eerst de rest van hun volledige discografie én een t-shirt koopt, zijn ze je best ter harte… 😛
Nee hoor, ik vind het ook een stel toffe gasten zonder enige sterallures. Dat zie je wel eens anders…
Intussen is het raadsel opgelost: het nummer is van Mote, de band van Tom, de geluidsman. Het is nog niet uitgebracht… Hebben wij toch fijn de primeur gehad 😛
Klinkt goed! Mooi verslag. Ik was graag bij de nummer 2 van mijn jaarlijst geweest….
Overigens is de muziek op de cd’s totaal niet eenvormig….live zal dat vermoedelijk door de geluidssterkte iets afgevlakt worden.
Dank JW, het was echt een enerverend concert. Ik ben het ook niet met Peter eens hoor en zoonlief vond het ook divers genoeg. Ik luisterde vanavond hun twee eerdere albums in de auto en die zijn ook erg goed én divers… 😉
Nogmaals dank dat jij me op het spoor van deze Gentse giganten zette…
Eén voorbeeld voor dhr. Tuin: neem dit liedje van het eerste (volledige) album ‘A Field Between’. Hoe teder en anders en toch ook helemaal Madensuyu…