Eind jaren ’80 begon ik te houden van de alternatieve gitaarpop. Daarvoor was ik vooral verslingerd aan synthesizermuziek. Maar radioprogramma’s als De Wilde Wereld (VPRO) en De Verrukkelijke 15 (VARA) brachten mij in aanraking met gitaarbands als REM, The Smiths en Jesus and the Mary Chain, enz. Sindsdien is de alternatieve gitaarpop en -rock een onmisbaar element in mijn muzikale smaak geworden.
Die muzikale papillen werden deze week bij mij aangenaam geprikkeld door AC Berkheimer. Deze Rotterdamse band heeft, na wat omzwervingen van diverse bandleden en een personele wisseling, een nieuw album uit. Eerlijk gezegd kende ik de band alleen van naam en is dit mijn kennismaking ermee. Het is een meer dan prettige kennismaking geworden, zoals ik al zei. Dat komt omdat het brede spectrum van de alternatieve gitaarrock op het album terug te horen is: wave, shoegaze, dreampop en noise. Tegelijk doet AC Berkheimer niet aan kopieergedrag, maar hebben ze een eigen stijl en kracht.
Dat blijkt al direct. Het album begint geweldig. Ik houd erg van spannende openers en dat is My love, it’s not the same met recht. Er klinkt een donkere repetitieve gitaarriff waar een tweede gitaar een lichtere laag overheen legt. De drums vallen in en na een minuut klinkt daar die prachtig dromerige stem van Gwendolien Douglas. Maar voordat je je door haar laat meevoeren naar hogere zweren is daar opeens een gemene stofzuigersound die je naar beneden zuigt. Eigenlijk zijn het twee tegengestelde krachten: het dromerige en het stekelige. Dat geeft een heerlijke spanning. Totdat alleen nog die stofzuigernoise klinkt (‘tandartsboorgeluid’ mag ook, als dat helpt), maar dat duurt maar kort, want daar knallen alweer een nieuwe gitaarrrif en luide drums de speakers uit. Ze luiden het tweede nummer Beyond the equation of state in. Fraai gedaan, die naadloze overgang! Er ontspint zich een mooi melancholisch liedje, dat leunt tegen een stevige gitaarmuur, waar in de voegen nog van alles knarst en ruist. Sonic Youth lijkt goedkeurend mee te knikken… Kijk, als je met zo’n tweetal nummers je album weet neer te zetten, dan heb je me al!
Eigenlijk was ik van plan om in deze recensie vervolgens nog een paar hoogtepunten van het album te noemen, maar ik kan niet kiezen, want ieder nummer is ijzersterk. Daarom een korte typering van alle overige liedjes:
– Do You is een heerlijk dromerig liedje, waarbij Gwendolien alle ruimte krijgt om te excelleren. Bassiste Dagmar Veenstra zingt er een stel mooie backingvocals bij. Opvallend is trouwens dat de eerste helft van het album helemaal gevuld is met vrouwelijke zang. Zou dat de reden zijn dat op een recente bandfoto de beide vrouwen op de voorgrond staan, terwijl de mannelijke bandleden op gepaste afstand toekijken?
– Kissing the surface is een instrumental waar de gitaren een mooi verbond aangaan met soundscapes. Het doet denken aan Slowdive.
– Op Cat horen we voor het eerst Valentijn Webbers zingen. Het is in duetvorm, want Gwendolien laat ook van zich horen. Ook dit nummer is een fraai voorbeeld van dreampop die gedrenkt is in een bad vol tristesse.
– Het prijsnummer op het album is Half Ten. Wat een energie: de rollende drums, de zangerige gitaarriffs en Valentijns zanglijn die me sterk doet denken aan Morrissey van The Smiths. Ik draaide dit al een paar keer keihard in de auto en het geeft een bijzonder prettige ervaring om je interieur helemaal te vullen met zulke stuwende muziek, die tegelijk een soort prettige melancholie ademt.
– Op Platform wordt begrijpelijkerwijs even gas teruggenomen. Het begin is zeer ingetogen en ruimtelijk. Gwendolien stem zweeft daartussendoor. Maar als je goed luistert, gebeuren er op de achtergrond allerlei spannende dingen via de synths en de percussie. Mooi gedaan!
– Backwards kent bijna zo’n zelfde energie als Half Ten – wederom zo’n heerlijk gitaarpopliedje dus – maar de break komt onverwacht en schakelt opeens over naar een soort postrockachtig outro. Verrassend én fraai!
Ik houd helemaal niet van de clichématige typering ‘onnederlands goed’. Daarom laat ik die typering netjes in de la liggen. Laat ik het anders zeggen: AC Berkheimer komt met een album van internationale klasse. Daar mogen ze trots op zijn!
Release: september 2013 (Subroutine Records)
zeer fraai Kees, ik was hier ook al danig van onder de indruk. zeer fijn plaatje (tje, want ruim 25 minuten is het eigenlijk geen volwaardig album). maar beter kort en krachtig dan te lang.
Dank je, Peter!
Tja, dat van die lengte lees ik zo ongeveer in elke recensie, dus dat punt heb ik maar laten liggen. En ik ben het met je eens: beter krachtig kort dan slaapverwekkend lang…