Hokjes, vakjes, we stoppen iedereen in hokjes, vakjes zongen Elly en Rikkert ooit.
Ach, hier op Mousique doen wat dat in muzikale zin natuurlijk ook meer dan genoeg. Kijk de zgn. ‘tags’ onderaan de gemiddelde recensie er maar eens op na. Het is menselijk – en niets menselijks is een recensent vreemd – om in te delen, te rubriceren, te etiketteren.
De Canadese band Suuns laat zich echter moeilijk in een hokje stoppen. Of moet ik zeggen dat dit viertal uit Montréal juist in een heleboel vakjes past? Bij het beluisteren van hun tweede album Images Du Jour hoorde ik: postpunk, electro, house, shoegaze, coldwave, psychedelische rock, krautrock, artrock en zelfs een vleugje jazz. Mocht ik een muzikaal vakje vergeten zijn, dan hoor ik het graag! De band zelf wuift dit trouwens allemaal weg in een interview en stelt eenvoudig: ‘We zijn gewoon een rock-‘n-rollbandje.’ Dat is natuurlijk leuk en aardig, maar zo kom je er bij ons niet van af. Misschien mag ik het illustreren aan de hand van één nummer, waaruit blijkt dat men zelfs in één song van het ene vakje naar het andere springt. Tussen twee haakjes: noemde men dat vroeger geen ‘crossover’?
Ik doel op de huidige single 2020. Het begint met een zware house-bas. Vervolgens wordt het effect, dat normaal bij dit soort muziek wordt voortgebracht door een synthesizer, gespeeld op een electrische gitaar (met een slide). Treiterig speelt men net buiten de maat (ach, waarom zou je je immers aan zo’n ‘hokje’ houden?!). De dreinerige zang van gitarist/zanger Ben Shemie daarentegen is weer helemaal niet ‘des huises’. Nee, zulke zang past veel meer bij de ‘Madchester-sound’ van bands als The Stone Roses of Happy Mondays. Ook in de shoegaze-stroming hoor je vaak op deze prettig zeurderige en onderkoelde wijze zingen. Het is een wijze die mij trouwens zeer bekoort. De brug in het liedje is juist weer een soort dreampop met een prachtige tremolo-gitaar. Meer aan het eind van het nummer laat Shemie zijn gitaar even helemaal los gaan, waarbij je denkt dat Thurston Moore van Sonic Youth hem stiekem eventjes heeft overgepakt. Kortom: ik hoorde dit jaar nog geen verrassender nummer. Vooral in de auto, bij volle snelheid en op vol volume, is dit een bijzondere ervaring!
Het is verleidelijk om ieder nummer zo te ontleden. Dat doe ik niet. Kort ga ik nog wat hoogtepunten langs, zoals:
– de synth in Minor Work die op Krautrock-achtige wijze bespeeld wordt, terwijl de koortjes juist gemodelleerd zijn naar The Beach Boys. Een gezochte, maar verfrissende combinatie
– de jazz-achtige bas, de heerlijke groove en het prachtige orgeltje onder het geheel in Edie’s Dream
– het fijne basloopje waarmee Sunspot begint. De zang doet hier trouwens sterk denken aan Starflyer 59. De gitaar ontspoort op het eind dan weer heerlijk in ‘funkadelische’ zin.
– het titelnummer, dat een subtiele en sfeervolle instrumental is, helemaal in de lijn van Kraut- en psychedelische rock, maar dan wel van het rustige soort, zodat het bijna naar ambient neigt
– het slotnummer Music Won’t Save You (die titel al!), dat sterk leunt op de electro en een prachtige opbouw kent
De bandnaam The Chameleons is al vergeven, anders zou Suuns deze naar mijn oordeel met eer mogen dragen. Als een kameleon verschiet de band van kleur, van nummer naar nummer, maar zoals gezegd ook vaak binnen de nummers zelf. Tegelijk blijft men wel immer binnen het vakje ‘songgericht’ en dat is ook een kunst! De heerlijke groove die menig nummer doorttrekt, geeft het ook een soort dansbaarheid, die zelfs deze stijve hark meer dan lichtjes in beweging zet. Kortom: een verslavend lekker plaatje!
releasedatum: 4 maart 2013 (Secretly Canadian/Konkurrent)
een heerlijk en lekker eigenzinnig album
Haha, dacht ik een keer wat korter te wezen, vat jij het in zes woorden samen! 🙂
Ah fijn, een nieuwe Suuns. Merci Kees, Sunspot is een pareltje.
Kende jij het debuut ook al, Michiel?
“Zeroes QC” was een toevallige ontdekking afgelopen jaar (altijd leuk via welke onduidelijke paden zoiets gaat), en werd heel gelukkig van de zeldzame mix van weerbarstig, dynamisch, eigenwijs doch luisterbaar. (eigenlijk wat jij in deze recensie ook zegt) En de zang is erg prettig. Had ‘m als eervolle vermelding op m’n 2012 jaarlijstje staan. Leuk om via deze weg te ontdekken dat ze n nieuwe hebben.
Via welke weg was jij op Suuns terecht gekomen?
Suuns was ik op het spoor gekomen door een recensie-exemplaar dat we via Konkurrent kregen. De omschrijving die Peter er via de mail van gaf, leek al in mijn straatje te passen. Bij beluistering bereikte de band mijn ‘voordeur’…
Vandaag besloot ik deze toch maar eens in het geheel te beluisteren. Het begint wat lawaaierig, maar op den duur gaat deze plaat me intrigeren. Klinkt niet als iets wat ik eerder gehoord heb. Maar let wel: ik heb ook best wel wat nog niet gehoord in mijn leven.
‘Intrigerend’ is een heel juist woord om dit plaatje te omschrijven, Daan. Ik houd ook erg van het eclecticisme van deze band, dat toch tot een coherente plaat leidt.
zaterdag 3 augustus 2013 in Rotown, Rotterdam.
Ai, toen zat ik in Frankrijk 😦
ik dus in Rotown 🙂
En niet eens een concertverslag op Mousique? 😮
Ik zag Suuns een paar weken geleden in Berlijn… Allemaal knap en bij tijd en wijle een spannend geluid. Tegelijkertijd ook al te postmodern van snit: er werd wel lucht in neusgaten geblazen maar de ziel hoorde ik niet zingen. Vertel eens Peter?
Pingback: jaarlijst 2013 | mousique.nl