Afgelopen Tweede Pinksterdag gingen wij naar het strand. In uitbundige zonneschijn reden we onze oprijlaan uit. Toen we bij Noordwijkerhout kwamen, wees mijn vrouw me op de wolken die aan de horizon verschenen. ‘Ach, dat is ver weg’, mompelde ik (tegen beter weten in). Maar toen we de afslag naar de strandovergang namen, kwamen de eerste flarden nevel ons tegemoet. Op het strand zelf hing een dichte zeemist. Nu kan dat nog iets mystieks hebben (zei de theoloog in mij, ook tegen beter weten in), maar als die zeemist gepaard gaat met 14 graden celcius en uiteindelijk ook neerslaat in druppelvorm, is de lol er toch snel van af. Na een uurtje hielden we het voor gezien. Gelukkig was de auto nog warm van binnen én kwamen de klanken van Bloom, het nieuwste album van Beach House , uit de autospeakers.
Zo’n bandnaam doet het natuurlijk in zo’n context en situatie al heel goed, maar de muziek die deze band uit Baltimore produceert, is inderdaad als een verwarming voor de verkleumde ledematen en de verkilde ziel. Sterker nog: in deze liedjes kun je wonen. Ik doe het zelf al ruim een week, elke dag. En ik vermoed dat het een huis zal zijn, waar ik dit jaar vaak zal bivakkeren.
De sleutels van Beach House zijn in handen van het duo Alex Scally en Victoria Legrand. Ze worden tegenwoordig ondersteund door een drummer, maar de eigenlijke huiseigenaren zijn en blijven Scally en Legrand. Bloom is intussen hun vierde album. Beach House (2006) en Devotion (2008) waren nog behoorlijk lo-fi. De nadruk lag op vintage keyboards en ritmeboxes én de (vaak slide gespeelde) gitaar. Sinds Teen Dream (2010) is het geluid wat ‘gelikter’ geworden en vooral ook voller. Die trend wordt op Bloom voortgezet. Ik lees elders de kritische opmerking dat Beach House daarmee weinig vernieuwend is. Ach, alsof vernieuwing in de muziek het ultieme doel is. Waarom zou iets dat goed is, niet voortgezet mogen worden?! En Teen Dream wás goed! Maar Bloom – en dat is goed nieuws! – is m.i. nóg beter. Het aantal echt goede liedjes is er gewoon groter.
Dat begint al direct met Myth. De belletjes waar het mee inzet, al heel snel gevolgd door een lyrische synth, ondersteund door huppelende pianoakkoorden en stevige drums, waar ook nog een drumcomputer achteloos bij gevoegd wordt en dan die stem van Victoria Legrand… (zucht) Deze Francaise van geboorte heeft een beetje een omfloerste stem, die vaak in het laag zit. Zangeressen met een lage stem – een Nina Simone, een Nico, een Rihanna – ik houd er van! Als deze dan ook nog zo’n prachtig liedje als Myth zingt, dan ben ik verkocht. De tekst schuurt aan tegen Freuds projectietheorie, maar eigenlijk boeit mij dat niet zo. Al zong deze vrouw over kwallen en zeewier; ik zou nog immer verkocht zijn. Laat ik trouwens de lyrische gitaar van Scally hierbij niet vergeten. Het is werkelijk een monumentaal nummer.
Eigenlijk kan het daarna alleen maar tegenvallen en dat doet Wild ook wel een beetje. Althans, in het begin. Tot daar opeens de gitaar van Scally klinkt. Ik weet niet hoe ver Baltimore van Austin ligt, maar je zou zweren dat Scally flarden gitaarklanken van Explosions in the Sky door het open raam hoorde en dit overnam in zijn eigen snarenspel.
Tekstueel is het trouwens ook een spannend nummer. Dat wél direct vanaf het begin. De openingszin is namelijk intrigerend en onheilspellend:
My mother said to me that I would get in trouble
Our father won’t come home, cause he is seeing double
Lazuli begint met een lullig eenvingerig gespeeld synthesizerdeuntje. Alsof de vroege Depeche Mode terug is. Maar dat is wel het verkeerde been waar je als luisteraar op gezet wordt. Daarna worden er verschillende toetsenpartijen overheen gelegd. Hier blijkt de titel van het album ook goedgekozen. Het liedje bloeit namelijk helemaal open. Ja, dat geldt voor de meeste nummers. Beach House verstaat werkelijk de kunst om nummers op te bouwen, laag voor laag, steen voor steen, tot het kamers worden, waarin je je thuisvoelt en je je laaft aan de heerlijke melodieën.
Tegelijk – en dat moet ook gezegd – voelen de teksten juist niet altijd zo gemakkelijk aan. Troublemaker lijkt me te gaan over God, die het leven soms zo op de kop kan gooien. De stem van Legrand is hier meer dan troostvol en dan klinkt er opeens hoopvol: ‘Someone like you.‘
New Year kent ook een prachtige bespiegelende tekst over verwachtingen en teleurstellingen. De gitaar is ook hier weer meer dan fraai.
Dan komt – na Myth – het mooiste liedje: Wishes. Het is dreampop in optima forma. Traag maar zo fraai zingt Victoria Legrand zich voort. De gitaar doet bij mij uiteindelijk de dijken breken: hier houd ik het niet droog bij. Wat een ontroerende schoonheid.
On the Sea lijkt te beginnen als een eenvoudig walsje. Maar ook hier is het de schijn die bedriegt. Het nummer bloeit open als een pioenroos. Pioenrozen gaan niet zo heel lang mee en daar gaat het precies over: de eindigheid des levens. Daar is geen ontkomen aan. Berust er maar in, zingt Legrand. Met zulke muziek lukt dat in ieder geval iets beter…
Het slotnummer Irene begint als een Beach House oude stijl: een krakend en zoemend keyboard, een eenvoudige ritmebox, de stem krijgt flink wat echo mee, maar naar het einde toe wordt het toch wat heavier. Vooral die drums knallen er flink in! En het gaat lang door. Niet te lang, want de orkestratie is wederom fraai.
Helaas heeft Beach House zich wel genoodzaakt gezien om een oude truc toe te passen: die van de hidden track. Ik hoopte dat we eindelijk van die ongein in de muziekwereld verlost zouden zijn, maar nee hoor Beach House doet er ook nog aan: na minutenlange stilte, komt er opeens nog een nummer: Wherever You Go. Als dit dan nog een fraai liedje zou zijn, maar nee: het is eigenlijk een beetje een voorspelbaar niemendalletje. Jammer. Want het zijn wel de laatste klanken van verder zo’n mooi album. Dit liedje had wat mij betreft onder het vloerkleed mogen blijven liggen. Het landhuis dat Beach House ons op Bloom voorschotelt, was namelijk al comfortabel én verrassend genoeg! Nu is het net, alsof er een verkleurde reproductie van Monet in gehangen wordt…
Korte recensie Kees. :p
Liedjes om in te wonen, dat vind ik een mooie omschrijving. De liedjes moesten bij mij echt even groeien. Heb ‘m onlangs voor vrij weinig besteld op CDWow. Die hidden track vind ik ook heel erg overbodig.
Ik wilde korter schrijven, maar mijn muze zoemde om mijn hoofd als een mug. Ze is toch echt te lieftallig om weg te meppen. Vandaar…
Wie is er trouwens ooit begonnen met die hidden track-ellende? Ik weet nog wel van Zooropa van U2, dat helemaal aan het eind – na weet ik hoeveel minuten – zo’n alarm afging. Dat vond ik nog wel geinig. Maar daarna is het behoorlijk ontspoord.
Die tweede hidden track is dan weer wel sterk gedaan.
Tweede?
Je krijgt een goede fles wijn als je het nummer vindt….
Je hebt toch geen ltd version met een tweede hidden track?
Of moet ik de plaat achterstevoren gaan draaien?
Nee joh, het was maar een grap.
Dan ben ik daar toch mooi ingetuind (terwijl ik niet eens Peter heet)… 🙂
Heerlijke muziek en dito recensie 🙂
Dank David!
Pingback: mousique’s jaarlijst 2012 | mousique.nl