De Beschaving

18 juni 2011 in de Botanische Tuinen in Utrecht

 Na twee keer gecanceld te zijn, ging dit jaar het eendaagse festistal De Beschaving wel door. Deze editie was in de prachtige Botanische Tuinen bij het universiteitscomplex De Uithof.

Toen we, wat verlaat, over de A2 richting Utrecht reden, zagen we donkere regenwolken hangen. Heel slim had De Beschaving op de website verklaard getest te zijn als beste buiten-festival bij regen. Dat is ook een manier om mensen alsnog over de streep te trekken. Ik heb zelf weinig vergelijkingsmateriaal, maar ik moet zeggen dat de regen, die regelmatig met bakken uit de hemel viel, toch weinig invloed had op mijn humeur. Ik heb een prima dag beleefd. Dat kwam natuurlijk ook, omdat het muziekprogramma zich afspeelde in twee grote tenten, waaronder het heerlijk droog was (en er werd ook niet met bier gesmeten, want zoiets onbeschaafds doet men een festival met zo’n naam niet…)

De eerste band die ik zag, was Dazzled Kid, het nieuwe project van Tjeerd Bomhof (van voorheen Voicst). Tjeerd verklaarde De Beschaving tot ‘vetste festival’ dat hij kent, maar zulke statements zal hij waarschijnlijk ook op Lowlands en Pinkpop maken. Terzake: Dazzled Kid zette een strakke set neer. Van eenvormigheid kun je hen in ieder geval niet betichten. Het switchte heen en weer tussen pop, funk, reggae en rock; alles met een heerlijke groove.  Tot twee keer toe kondigde Bomhof een liedje aan als ‘dansnummer over de dood.’ Vervolgens kwam er een zeer vrolijke ‘danse macabre’. Eervolle vermelding verdient nog de percussionist, die werkelijk overal een ritme uit perste. Of dat nu een tamboerijn, twee buigzame luchtslangen of een opblaaskip betrof.

Vervolgens gingen we naar de kleinere tent – poëtisch De Bevlieging genoemd – alwaar Balthazar speelde. Ik kende ze niet, maar het programmaboekje vermeldde dat Balthazar ‘prachtige liedjes’ betekent. Die mooie liedjes hoorde ik zelf niet terug in hun koude jaren 80 stijl, waarbij de band veel te veel z’n best deed om arty over te komen. Als je in het voorprogramma van Deus staat, mag je best iets eigens hebben. Na een liedje of vijf hield ik het voor gezien en verhuisde weer naar de grote tent, De Bekroning.

Daar kon ik voor bij het podium zelfs de soundcheck van Bombay Bicycle Club meemaken. Ik had het nodige over deze band gelezen en was intussen erg benieuwd. Ik zag wel heel veel meisjes om me heen en ik vreesde het ergste (als u begrijpt wat ik bedoel). En inderdaad, de vier jongens zagen er onberispelijk en handsome uit. Met een beetje fantasie zag ik ze met zo’n mooie jurk om in een Engels jongenskoor staan. Totdat het concert begon. Het volume stond behoorlijk hard en mijn broer zocht al snel de kraam met oordoppen op. Op het internet had ik ontdekt dat deze band een mooie akoestische laatste cd Flaws heeft gemaakt, met fijne wat dromerige liedjes erop. Daar was op het podium echter niets van terug te horen. Behoorlijk ongeïnspireerd koos men voor de elektrische variant, met weinig subtiliteit. De liedjes deden me een beetje aan Vampire Weekend denken, zonder de brille en de intelligentie. Kortom: een behoorlijke tegenvaller.

In de kleine tent hoorde ik nog een deel van Treefight for sunlight. Dit was juist een aangename verrassing. Ik had nog nooit van deze band gehoord, maar het Deense vijftal maakte frisse popmuziek, met mooie harmonieën ala The Beach Boys en ons eigen Darryl-Ann. Ook moest ik denken aan The Lionheart Brothers. Daarbij bleek de drummer ook regelmatig solo te zingen en zingende drummers, daar heb ik een zwak voor! Opnieuw werd bewezen dat Scandinavië een kweekvijver blijft van goede bandjes.

Op het andere podium ging The Coral van start. Wat een tegenstelling met die koorknapen van Bombay Bicycle Club. Hier stonden een stel lads uit Liverpool. Ze trokken furieus van leer met een heerlijk psychedelisch nummer in de stijl van The Verve en het orgeltje deed me erg denken aan Pink Floyd ten tijde van Medlle. The Coral hebben ook een andere kant: tijdloze liedjes van drie minuten. Vooral hun onvolprezen debuutalbum staat er vol mee. Dreaming of You en Pass it on kwamen voorbij. Het publiek reageerde enthousiast. Het slotnummer daarentegen was weer een uitgesponnen jam, met een zware psychedelische groove. De gitaren gierden nog heerlijk na in een eindeloze feedback, terwijl de bandleden allang het podium af waren. Geweldig. Het enige nadeel was, dat ze weinig contact maakten met het publiek.

Vervolgens duurde het erg lang, omdat de soundcheck van Hooverphonic enorm uitliep: technische problemen. Toen ze uiteindelijk begonnen – strak in het pak, met een nieuwe zangeres, die ik qua outfit eerder verwachtte in een nachtclub – had ik het snel bekeken: wat een nuffige band is dat Belgische Hooverphonic geworden. Voorheen maakten ze nog fijne triphop; nu is het typische ‘Met het Oog op Morgen-muziek’ geworden: sophisticated, zonder enig rafeltje.

We vluchten naar de kleinere tent, alwaar And So I Watch You From Afar aftrapte. Ik had al iets vernomen over de live-reputatie van deze instrumentale rockband, maar ze maakten die meer dan waar. ASIWYFA is Mogwai on speed, oftewel Explosions (niet in the Sky, maar) on the Ground. Waar de meeste postrock-bands vaak een lange aanloop nemem om te ontvlammen, gaat deze band direct furieus van start. De vier jonge gasten uit Belfast gaven zich helemaal. Alwaar hun Britse collega’s maar weinig communiceerden met het publiek, was er hier volop interactie (puur door de muziek en de blikken naar het publiek). Het publiek werd steeds enthousiaster en er werd zelfs wild gedanst en geheadbangd. Climax was toen één van de gitaristen over het hek klom en tussen het publiek zijn gitaarriffs neersabelde. De zaal werd bijkans gek. Hier was een band die zich helemaal gaf en er zelf ook enorm van genoot. Qua beleving zeker het beste concert van het festival.

Op het grote podium speelde vervolgens De Staat. Aangezien ik na het geweld van ASIWYFA behoefte had aan rust en mooie verstilde liedjes, heb ik van De Staat maar twee nummers gehoord. Het klonk zeker superstrak. Die impossante machine op het podium was al een lust voor het oog en vormde ook nog eens een heftig percussie-instrument, maar ik vind De Staat nog steeds teveel een pastiche van The Queens of the Stone Age. En de killer-riffs van QOTSA zijn echt niet te overtreffen, ook niet door een stel Nijmegense gasten. Kortom: die hele hype rond De Staat vind ik nogal overdreven. Dus ik verplaatste mij weer naar het kleinere podium.

Daar was net Villagers begonnen. Villagers is in feite Conor O’Brien. Deze Ierse jongeman schrijft de mooiste liedjes in de stijl van Scott Walker en Jeff Buckley en kent ook de weltschmerz van The Tindersticks. O’Brien begon alleen op gitaar en speelde vervolgens, met extra piano-begeleiding, een ingetogen versie van Ship of Promises. Vervolgens voegden de drummer, bassist en gitarist zich erbij en werd het geluid voller. Dat was ook wel nodig om het geweld van De Staat uit de nabijgelegen tent te overstemmen. Dat lukte wonderbaarlijk met o.a. mooie versie van Becoming a Jackal en That Day, niet toevallig twee singles van Villagers’ debuut- (en nog enige) album. Het viel me op dat Conor O’Brien zo verstaanbaar en intens bleef zingen, ondanks zelfs de behoorlijke heftige begeleiding van zijn bandgenoten. Zo kregen de liedjes een extra lading en werden ze een stuk scherper dan de gezapigheid die de albumversies soms kenmerken.

Headliner op De Beschaving was Midlake. Deze band uit Denton (Texas) was zelfs speciaal komen overvliegen voor hun enige concert deze zomer in Europa. Wij in Utrecht waren dus bevoorrechte mensen! Nu spreekt hier een fan van Midlake. Hun laatste twee albums heb ik behoorlijk grijsgedraaid. Nu had ik wel gehoord dat ze vorig jaar live behoorlijk tegenvielen, omdat de subtiliteit en verstilde sfeer (van met name het nieuwste album The Courage of Others) verdronk in een brij. Ik hield m’n hart vast toen ik Midlake zag opkomen met maar liefste vier gitaristen. Maar het moet gezegd, Midlake speelde een prachtige set, waarbij de mooie samenzang goed overkwam, als ook de details in gitaar (akoestisch en electrisch), dwarsfluit (zelfs twee!), toetsen, bas en drums. Er werden vooral nummers gespeeld van The Courage of Others, maar ook vroegere hit Roscoe kwam langs. Midlake speelde ook drie nieuwe nummers – ze zitten midden in het opnameproces van een nieuw album! Ik moet zeggen: ze smaakten naar meer. Ik heb het idee dat Midlake dit keer gegraven heeft in de schatten van Crosby, Stills, Nash & Young. Maar ik hoorde ook Pink Floyd-achtige zanglijnen. Zou Midlake op hun nieuwste album een cross-over maken tussen de Amerikaanse en Engelse popmuziek? Daarbij rockte het ook nog flink. Een ander hoogtepunt van De Beschaving, dat ik hiermee ook verliet. De rest kon alleen maar tegenvallen…

4 gedachtes over “De Beschaving

  1. Dank, het was ook een mooi festival. De locatie was ook echt top: heb je bijna tien jaar op De Uithof gestudeerd en dan moet je twintig jaar later voor het eerst de Botanische Tuinen ontdekken…
    Ik was er trouwens met de jou bekende broer.

    • In ieder geval niet de blubber aan de schoenen en het bier in plastic bekertjes…
      Maar verder was het echt een mooie ervaring. En voor deze oude man ook nog uit te houden. Drie dagen staan trek ik niet meer.

Reacties zijn gesloten.